de berk


Soorten
Er zijn zo'n zestig soorten berken over de wereld verspreid en omdat ze weinig verschillen in bladvorm, kleur en schors zijn ze moeilijk van elkaar te onderscheiden.De meest bekende van onze Nederlandse berken is de Ruwe Berk (Betula pendula), ook wel Zilverberk genoemd. Dat komt doordat bij oude exemplaren de schors aan de onderzijde openbarst en afwisselend donkere en lichte plekken aan de stam laat zien. Naar boven toe wordt de
boom steeds witter en gaver, waarbij de kroon eindigt in een zeer fijn vertakt stelsel van twijgjes, die aan de uiteinden naar beneden hangen. Vandaar de tweede naam 'pendula', dat hangend betekent. Toch is er beslist geen sprake van een treurig uiterlijk bij deze snel groeiende berk, zoals dat wel het geval kan zijn bij de treurwilg, die ook haar hele takken laat hangen. De rest van de berk zorgt ervoor dat de boom toch iets fiers en ranks blijft houden, dat zich opricht en de zwaarte overwint.Dat geldt ook voor de andere inheemse berkensoort in Nederland, de Zachte Berk (Betula pubescens). Die is wat kleiner dan de Ruwe Berk en heeft op de takken en bladeren een fijne beharing die donsachtig aandoet. Vooral bij de oudere bomen is de schors meestal gaaf en heeft hij niet zoveel gegroefde plekken als de ruwe berk.
Milieu
Bij voorkeur groeit de berk in moerassige streken. Maar deze boom stelt weinig eisen aan de omgeving en dus komt zij eigenlijk in alle milieus en grondsoorten voor. Dat is typisch voor pioniersplanten, die zich als eerste kunnen vestigen op 'maagdelijke' gronden. Ze zijn weinig kieskeurig en kunnen dus onder moeilijke omstandigheden, waarbij de fijngevoeliger planten al lang hebben afgehaakt, nog overleven. Meestal zijn zulke pioniersplekken open en kaal en valt er zeer veel zonlicht op de planten. Vandaar dat de berk baat heeft bij een witte schors, die het felle zonlicht kan afweren en terugkaatsen. Daarmee beschermt zij zich tegen verbranden en uitdrogen, de twee grootste gevaren voor pioniersplanten. Berken zijn het meest winterhard van alle soorten loofbomen. Zo zijn ze de enige inheemse boomsoorten op Groenland en IJsland, waar de beroemdste pop-artieste 'Björk' de naam draagt van deze boom. In het hoge noorden of tegen de boomgrens in het hooggebergte kan de berk zich niet meer overeind houden en kruipt zij als een struikje over de grond. Daar is deze Dwergberk (Betula nana) een van de laatste bomen die nog is opgewassen tegen de barre omstandigheden. Ook in de toendra krimpt ze tot het formaat van kreupelhout. Maar in de overige milieus, waar ook ter wereld, hebben berken steeds de licht vertakte en charmante vorm met de dunne twijgen in de kroon.
Vervellende schors, inhoudstoffen
De schors bestaat uit een witte, leerachtige kurklaag aan de buitenzijde en een looistofhoudende binnenlaag. Bij het ouder worden krijgt hij scheuren en wordt bikkelhard. De buitenste laag van de schors van een berk is voortdurend bezig zich te vernieuwen en valt soms in zeer dunne repen naar beneden. Deze stukjes hebben een groot weerstandsvermogen
tegen bederf en zijn terug te vinden in turf van honderden jaren oud en soms zelfs in versteend hout van duizenden jaren oud, zoals in Siberië. Dat komt doordat de schors betuline bevat, een harsige kamferachtige en conserverende stof. Deze eigenschap maakt het ook mogelijk van de schors kano's, schoenen en dakspanen te maken. In Amerika en de Scandinavische landen is berkenschors als dakbedekking een geliefd materiaal omdat het licht is, waterafstotend en zeer duurzaam. En in Noorwegen geeft een laag bast op het dak bedekt met zo'n 30 cm grond een perfecte isolatie. De Lappen gebruiken de schors voor jassen en beenbekleding en de Zweden maken tasjes en mandjes van gevlochten repen berkenschors. Vooral de dunne schilfers zijn zeer brandbaar en in een drijfnat bos kunnen deze nog goed vlam vatten, omdat ze geen greintje water opnemen. Dat is een eigenschap die vroeger uitstekend van pas kwam als er kampvuurtjes gestookt moesten worden in de regen. Onder de schors is ook een bijzonder materiaal te vinden, dat veel is toegepast in de volksgeneeskunde: het berkensap. Vooral in oudere bomen vind je op twee tot vijf centimeter diep dit suikerhoudende sap, dat kan worden gebruikt als algemeen versterkingsmiddel en als middel ter bevordering van de haargroei. Daarnaast worden ook de knoppen en bladeren gebruikt om er werkzame stoffen aan te ontlenen, zoals: saponinen (zeepstoffen), looistof, hars, vluchtige olie en glycosiden (suikerachtige stoffen). Deze bestanddelen vinden ook hun toepassing in de leerlooierij en in het vervaardigen van geurstoffen. Sommige berken bevatten een aromatische olie, het wintergroen, dat verwant is aan het salicylzuur uit de wilgenbast, die als geurstof wordt toegepast in de snoepindustrie.
Blad, katjes, vruchten

Sagen over de berk
Op een dag, aldus een indiaanse sage, werd de halfgod Winabojo op de hielen gezeten door de dondervogel. Op het nippertje kon hij ontkomen door zich te verstoppen in een oude holle berk. De dondervogel streek neer aan de voet van de boom en zei: 'Winabojo, je bent gered. De boom bij wie je bescherming zocht, is ons bloedeigen kind, een godskind. Wie zijn heil zoekt bij de berk is onkwetsbaar.' Winabojo antwoordde: 'Zolang de wereld bestaat, zullen de mensen eerbied en dankbaarheid betonen aan de berk in ruil voor zijn goede gaven.'
Voor de indianen was en is de berk een bijzonder nuttige boom, die veel wordt gebruikt vanwege zijn hout, schors en geneeskrachtige werkingen. Maar niet alleen de indianen erkennen de boom als een van de meest edele en hoge vertegenwoordigers van het plantenrijk, ook de Finnen eren hem in hun mythologie, de Kalevala. Daar is het de toverzanger Vainämöinen, schepper van de wereld, die de berk als enige van alle boomsoorten niet omhakt met zijn bijl, omdat zij zoveel nut heeft voor de natuur zelf en niet alleen maar als gebruiksvoorwerp voor mensen. Mogelijk was de berk ook voor de sjamaan Vainämöinen de toegangspoort tot de wereld van de krachten en goden in de natuur. De opvatting van de berk als goddelijke boom duikt ook op in de Germaanse mythologie, zoals de Edda. Daar is hij de boom van Thor, god van bliksem en oorlog. De Franse cultuurfilosoof Jacques Brosse beweert dat de berk en niet de eik bij de kelten en de Noordse volkeren een goddelijke boodschapper was. De boom diende als medium waarlangs druïden en sjamanen in contact traden met hun goden.
De berk in de folklore
In de folklore komt de berk naar voren als boom van vernieuwing en wedergeboorte. Zuivering van ziel en lichaam en afscheid nemen van het verleden, dat is de essentie van de berk. Het is de meiboom, in verschillende landen vereerd en versierd. Mei was de maand van het jonge leven dat overal begon uit te lopen en de berk werd het symbool daarvoor. Mensen dansten rond deze meiboom, getooid met bloemen in het haar en witte kleren aan. Een oud Duits volksgebruik was het plaatsen van kleine berkenboompjes op de drempels van de huizen in de Walpurgisnacht, de nacht voorafgaande aan de maand mei. De heksen die het huis wilden binnengaan moesten dan eerst alle blaadjes tellen van de berk, en omdat er zo veel waren duurde dat te lang: de dag brak aan en de kracht van de heks vloeide weg. Ook werden er takken van de berk in de compost- en mesthopen gestoken, want mest was de verjongende en vernieuwende substantie voor bodem en gewas en daarbij mochten de kwade krachten niet worden toegelaten. En op de eerste meidag trokken in Scandinavië jongens met berkentakken al zingend en vioolspelend rond door de dorpen. De bedoeling was om op die manier een mooie zomer te krijgen, met rijke oogst en de zegen van de natuur. Eieren en andere gaven van de natuur werden in mandjes langs de deuren van de huizen verzameld. Kregen de jongens genoeg in hun mand, dan werd boven de deur van het huis een berkentak opgehangen om dat huis te voorzien van voorspoed en nieuw leven.

Gebruik
Guido Gezelle was onder de indruk van de vele toepassingen van de berk, gezien zijn volgende dichtregels:
's Scheemans roede en 's boden staf,
't heidens recht- en vredeteken,
esschen hout en was 't, noch eeken:
't was uw' berken borst, die 't gaf...Schald, die wijsheid wist, hij nam,
eer hem pergamenten blaren,
of papier,
berijmbaar waren,
uwen bast, o berkenstam.'t Schamel daaglijksch-broodgenot
spaart de berk u, bezembinder.
Hieruit blijkt dat de berk werd gebruikt om op te schrijven in plaats van perkament of papier. Dat was vooral het geval bij de witte schors van de al eerder genoemde Papierberk of Kano-berk (Betula papyrifera) van de indianen. Hout (geurig in de kachel en de basis voor uitstekende houtskool) en twijgen werden voor bezems en wandelstokken gebruikt, maar ook voor roedes om het boze uit iemand te slaan. Denk hierbij ook aan de berkenroedes waarmee je jezelf slaat in de sauna: je zuivert het lichaam door de doorbloeding te stimuleren. Volgens de volksgeneeskunde zou berkenthee, gemaakt van blaadjes, goed zijn als vochtafdrijver en bloedzuiveraar, te gebruiken tegen jicht en reuma. Verder zijn de jonge blaadjes goed te gebruiken in een lentesoep of lenteslaatje vanwege de frisse en iets bittere smaak, die de eetlust opwekt.
Berkensap
In het zuiverende en versterkende sap zagen onze voorvaderen een bron van eeuwige jeugd. Het proberen waard? Het recept gaat zo: Maak omstreeks nieuwjaar een wigvormige insnijding in de stam van een flinke berk. Vang het vocht op in een blikje. Maak per stam maar één snede en gebruik die maar drie weken lang. Na gebruik de snede afdekken met een wond-afdekmiddel (verkrijgbaar bij het tuincentrum). Dit sap kunt u puur drinken, want het is lekker zoet, maar u kunt er ook wijn van maken op de volgende manier. Zet een pot met sap in een warme kamer en dek deze af met een doekje. Het sap gaat gisten en de suiker wordt in alcohol omgezet. Na zes weken is er een heerlijke zoete wijn ontstaan.
(tekst van www.plantaardigheden.nl. foto's van het net)
