Slipp, Huid en spanten
Zoals ik al verteld heb is de Fuglø eindelijk dan op de slipp (helling). We zijn zeker een dag bezig geweest om hem stevig neer te zetten. De kiel heeft de vorm van een banaan, de kiel is ongeveer 20 meter lang en in het midden zit er ongeveer 27 cm ruimte. 80 ton ruste dus op twee punten en op de steunbokken aan de zijkant. Aan de hand van de grote foto zal ik uitleggen hoe deze helling werkt. Het betonnen gedeelte dat in het water verdwijnt geeft de naam aan het geheel, dat spreekt voor zich; op de helling liggen in dit geval 4 lengtes rails die ook in het water verdwijnen. De ijzeren kar gaat het ook het water in tot de gewenste diepte zodat de kiel, als je de boot boven de kar vaart, net niet de voorkant (het blok waar hij op steunt) raakt. De twee ijzeren stangen aan de voorkan trekken we vanaf de boot omhoog en dient als stop en centrering, vervolgens worden er touwen aan gegeven die aan de kant vastzitten, links en rechts van de boot, hiermee kun je vanaf het dek de boot op de juiste plek trekken, de kiel moet mooi in het midden zitten. Op het moment dat de boot mooi in het midden zit wordt de kar iets de helling op getrokken, nadat we eerst met een touw de boot naar voren aan de kar hebben vast gemaakt. Al snel zal de onderkant van de kiel op zijn plaats zitten en de boot zo verder trekken. Eerst moeten echter de bokken op hun plaats worden gebracht, de bokken kunnen glijden in de richting van de kiel zoals je op de foto kunt zien, weer worden de touwen daarvoor aangegeven door de roeiers die alles op dat niveau controleren. De mensen op het dek trekken op aanwijzing van de lijder die in de roeiboot zit de bokken in de richting van de kiel tot ze de boot raken, de geen in de roeiboot let vervolgen op een persoon die recht voor de boot, op de kant, staat om te kijken of het geheel mooi recht staat. Door links en rechts wat te lossen dan wel aan te trekken kun je hem recht krijgen. Dit alles doe je als de boot nog enigszins kan drijven maar ook niet weer teveel want anders heb je kans dat als de boot verder het droge op getrokken wordt en de kiel nog niet in zijn geel op zijn plek ligt er te veel druk op de bokken komt waardoor ze plat worden gedrukt, of erger, weg glippen en de boot kantelt. Als dit alles goed gaat dan is de rest simpel, de grote elektromotor trekt hem de helling op waarna we de boel zo snelmogelijk stutten voor alle veiligheid. Twee bokken, zo’n beetje in het midden, hadden het wel zwaar te verduren, 80 ton maakt hout net boter zo zacht, maar om het dan weg te halen, als het zo had vast geklemd zit is geen makkie kan ik je zeggen, dat heeft een halve dag werk gekost om er twee te verwijderen. Maar hij staat nu mooi, en degelijk, de kiel kan zijn last nu mooi gelijkmatig kwijt dus het werk kan beginnen.
Op deze foto zie je mij met een elektrische kettingzaag de huid planken weg halen, ik zaag tussen de planken een snee en na gelang de omstandigheden (hoeveel spijkers of houten pennen er in de plank zitten) doe ik dat 10 tot 100 cm verder ook. Met een grote koevoet (kubein) haal ik dat deel dan weg, soms gaat dat gemakkelijk en soms moet ik de plank ook nog in de lengterichting doorzagen omdat hij vast geklemd zit tussen de andere planken. We meten de lengtes van de complete planken op en ook de dikte, we letten ook op de dikte en hoe ze vast zitten, met spijkers of met houten pennen en eventueel proberen we een patroon te vinden in de plaatsing van de pennen en de spijkers. De Fuglø is honderd dertig jaar oud dus het is moeilijk te zien wat origineel is en wat niet. Tussen bak- en stuurboord zit in ieder geval al een groot verschil, net zoals binnen. De huid rond en boven de waterlijn is misschien al wel drie of vier keer vervangen omdat je daar sneller schade maakt en het voor het hout ook beter is om continu nat te zijn in plaats van dan weer wel en dan weer niet.
Op deze foto zie je dat de eerste plank weg is. De spanten zijn nu zichtbaar, vermoedelijk zijn dit nog de originele spanten. Deze plank zat voornamelijk met houten pennen vast wat kan betekenen dat het een oude is omdat ze bij reparatie meestal veel lange spijkers gebruiken, is makkelijker en goedkoper. Het vals dat tussen de naden zit om de boel waterdicht te maken was op deze plek ook behoorlijk verrot, zat er misschien ook al heel lang, hogerop haalde ik nog redelijk verse lagen weg.
Hier zie je da achterkant van de boot, zonder roer. Er zijn al drie lagen weg gehaald, we halen elke derde laag weg om een goed overzicht te krijgen van de conditie van de boot De spanten aan de achterkant zijn allemaal zwart van de olie en diesel van de machine kamer die er boven zit.
Op deze foto kijk je tussen twee spanten door naar de binnenkant van de buitenhuid aan de andere kant van de boot. Onder zie je de kiel, de zwarte laag is uit de kiel gehaald en daar rust de eerste plank op. De spantenrusten hier op de kiel en als je van voren zou kunne kijken lijken ze een beetje op een V met een stompe punt, op die spanten (binnen in de V) licht de tweede kiel die met lange bouten verbonden is met de onderste kiel die in het water licht, de binnenste kiel licht, in dit geval, in het ruim.
Hier kijk je tussen twee spanten door naar boven tegen een ander spant op die tussen deze twee is geklemd. Je ziet de binnenkant van de buiten- en binnen huid. Alles is hier behoorlijk nat, te nat, als ik de koevoet tussen een spant en een stuk huidplank zet en kracht zet dat zie je het water uit de plank lopen. Er hoort hier goede ventilatie te zijn maar door de jaren heen is er veen rotzooi naar beneden gevallen waardoor de circulatie van lucht niet meer goed werkt waardoor het hout gaat rotten en er nog meer rotzooi naar beneden valt etc etc.
Ga door
ga door
ga door
ga door