snowboarden in Narvik
Vandaag wezen snowboarden in Narvik. Het was mooi weer en was om 11 uur in Narvik toen de piste openging. Waar ik het meest tegenop keek was de skilift, zo’n haak die je omhoog trekt, met normale ski’s heb je hem in je rug of kont maar nu wist ik van verhalen dat ik hem tussen mijn benen moest doen en zijdelings omhoog getrokken zou worden met één been uit de binding die ik dan op het anti slip matje moest zetten dat net voor mijn andere binding zit, kun je het nog volgen? Ik gelukkig wel, het ging meteen goed en ben maar twee keer gevallen toen ik niet bij de les was en een beetje zat rond te kijken, mooie bergen hé. Ik had bij mij thuis al een beetje geoefend dus ik wist een klein beetje wat ik kon verwachten dus ik ging redelijk van start en had nu in ieder geval wat meer ruimte om te oefenen.
Ik had op internet wat tips en oefeningen opgezocht en die ben ik braaf gaan doen en dat is wel verstandig ook. Skiën is van natuurlijker een iets stabielere houding dan zijdelings op een plankje staan dus eerst maar is aan mijn evenwicht werken. Lange zigzaggen makend ging ik naar beneden, de berg kwam af en toe wat hard op mij af als ik de natuurkrachten uitdaagde wat mij een wit pak opleverde wat als voordeel heeft dat iedereen zo ziet dat ik een langzaam voordbewegende en onverwachte afwijkende voor slamompaal staande beginneling ben. Maar ik had lol en iedereen is ooit begonnen en dat zag je aan hun blikken als ze je aan keken. Het zijn trouwens wel allemaal jongelui die op een snowboard staan dus een beetje raar is het wel om als ouwe lul op zo’n plankie te staan maar toevallig zag ik van de week op tv iets over snowboarden en andere wintersporten en daar was een oud baasje van in de zestig die de kleding aan had van een twintiger en zich ook zo gedroeg, dat zag er wel hip uit en ik dacht dus dat het heel normaal was en dat snowboarden voor alle leeftijden is. Nu trek ik mij daar niet zo veel vanaf en het past wel in mijn ski hellinkje (straatje) om eigenwijs de andere kant op te gaan. Het is ook gewoon leuk om te doen en heel wat anders te leren. Skiën kan ik wel maar hier gebruik je heel andere techniek bij en dat is wel een uitdaging om te leren. Op het laatst had ik zowaar het gevoel dat ik tegen die plank vertelde wat te doen in plaats van andersom en ging ik mooi slalommend naar beneden wat vooral mooi is in verse sneeuw en je het mooi ziet opstuiven. Een mooi dag al met al en dat ga ik zeker vaker doen, als het kan ieder week. Ik heb nu een mooi zwart baantje op zaterdag dus daarmee kan ik mooi het skiën betalen dus dat moet lukken en door de weeks is de verlichte piste open tot negen uur. Toen ik als afsluiter van de dag een biertje ging drinken merkte ik pijnlijk dat ik niet op één van mijn billen kon zitten, zal wel een blauwe plek zijn, een mooie herinnering van deze dag.
Snowboarden
Snowboarden is een sport waarbij men op een board met vastgemaakte schoenen afdaalt van een besneeuwde berghelling of piste. De sport snowboarden is afgeleid van het golfsurfen (de oorsprong van de meeste boardsports). Origineel komt het snowboarden van surfers die een houten plank aan hun voeten hadden vastgebonden om zo door de losse sneeuw van de berg af te glijden. Sinds die tijd is er veel aan het snowboard veranderd. Zo hebben ze een ronding gekregen met stalen kanten zodat men ook op de geprepareerde banen kan.
Over het algemeen geldt dat een snowboard de juiste lengte heeft wanneer het tussen schouderhoogte en neushoogte komt. Dit is maar ten dele waar: de lengte is eveneens afhankelijk van het gewicht. Een zwaarder persoon heeft een langer board nodig dan een licht persoon. Daarnaast hangt de lengte ook af van de flex (soepelheid), torsie (hoeveelheid draaiing over de lengteas) en het doel waarvoor de plank gebruikt gaat worden. Freestyleboards zijn korter, makkelijker te draaien bij bijvoorbeeld een sprong. Freeride boards zijn langer voor meer stabiliteit bij hogere snelheden en geven de mogelijkheid om beter op de poedersneeuw te "drijven". De positie van de voeten op de snowboard is naast elkaar. Beginnende snowboarders hebben vaak de achterste voet bijna geheel loodrecht op de lengte van de snowboard staan en de voorste voet iets schuiner met de tenen naar voren. De meeste snowboarders staan met hun linkerbeen voor. Dit wordt ook wel regular genoemd. Wanneer de rechtervoet voor staat heet dit Goofy. Wanneer allebei de voeten naar buiten gedraaid staan heet dit Duckstance. Vooral freestyle snowboarders gebruiken dit om het fakie of switch (achteruit) landen te vergemakkelijken. Maar door het natuurlijkere gevoel gebruiken niet alleen freestylers dit.
Bij het snowboarden kan men verschillende soorten onderscheiden. Zo heb je freeride, freestyle, en alpineboarden. Freeride snowboarden is snowboarden naast of op de pistes. Je gaat gewoon van de berg af, op je eigen snelheid. Als je off-piste gaat, kom je in de losse poedersneeuw terecht. Off-piste kan gevaarlijk zijn door onder andere een sterk verhoogd lawinegevaar, maar voor sommigen is off-piste het mooiste van het snowboarden. Freestyle snowboarden is stunts, tricks en sprongen uithalen. Dit gebeurt meestal op rails, boxen, half-pipes in een snowpark, maar dit is niet vereist. Freestylen kan je ook doen zonder al die toestellen. Bij het alpineboarden gaat het om snelheid en bochtenwerk. Tijdens wedstrijden (vergelijkbaar met de slalomraces bij het skiën) worden snelheden van rond de 100 km per uur gehaald.
Er zijn verschillende soorten boards. Zo heb je het freestyleboard, waarvan zowel de voorkant als de achterkant omhoog lopen. Ook is het freestyleboard breed van vorm en getailleerd. Daarnaast heb je het alpineboard, waarvan alleen de voorkant omhoog loopt en minder taille aanwezig is. Dit board is duidelijk smaller dan het freestyleboard. Er zijn ook nog wat andere vormen van snowboards die of in de jaren vrijwel verdwenen zijn of als specialisten boards gebruikt worden. (zie reuzenslalom)
In vergelijking met het Alpineskiën is snowboarden zowel vrijer (minder vormvereisten) als minder complex. Er zijn twee bochten, front-side (tenenkant) en back-side (hielenkant) genoemd. Je neemt een back-side bocht als je met je rug naar de berg toe draait en een front-side bocht als je met je gezicht naar de berg toe draait. Deze twee bochten zijn samen met het rütchsen (met het board horizontaal op de piste afdalen en uit te spreken als roetschen) de basis van het snowboarden.
Net als andere wintersporten kan snowboarden een gevaarlijke sport zijn. De meest voorkomende ongelukken bij het snowboarden zijn polsbreuken en andere kwetsuren aan armen of schouders. Bij het freestylen komen ook regelmatig hoofdletsels voor. Snowboarden is over het algemeen minder gevaarlijk voor knieen en enkels t.o.v. het alpine skieën
Enkele "tricks":
-180 spin: bij deze trick spring je de lucht in en maak je een halve draai om je lengteas.
-360 spin: hierbij spring je de lucht in en maak je een volledige draai om je lengteas.
-Ollie: hierbij maak je een soort dolfijnbeweging met je board. Eerst de voorkant los en dan de achterkant.
-Frontflip: een salto voorover in de lucht.
-Backflip: een salto achterwaarts in de lucht.
-Rodeo: een salto achterwaarts en een volledige draai om je as in de lucht.
-180 kickflip: bij deze trick spring je in de lucht en maar je een halve draai om je lengteas en draait je board en 360 graden over de breedte as.
en verder eindeloos veel combinaties van bovengenoemde sprongen. Al deze spins kunnen zowel backside als frontside worden uitgevoerd.
Snowboarden is een sport, maar voor sommigen is snowboarden meer: een passie, een doel en een levenswijze.
Deze sport kent verschillende wedstrijdvormen. Bij het alpineboarden zijn er:
-"Kleine" slalom: de standaard slalom met als verschil met de skislalom dat de gates horizontaal verder uit elkaar staan en met aan de binnenkant een klein paaltje (stubbie) en aan de buitenkant een lange paal.
-Reuzen slalom: het verschil met de standaard slalom is dat bij de reuzen slalom de bochten nog groter gemaakt moeten worden en consequent zijn er ook speciale reuzenslalom boards die langer en getailleerder zijn.
-Parallelslalom: bij de parallelslaloms worden er 2 slaloms parallel aan elkaar uitgezet en racen 2 riders fysiek tegen elkaar in plaats van alleen aan de hand van de tijd.
-Reuzenparallelslalom: gelijk aan de reuzen slalom maar dan parallel.
-BoarderCross: race over een uitgezette bochtige baan met sprongen, waarin vier tot zes boarders tegelijk tegen elkaar afdalen.
Bij het freestyle boarden zijn er de volgende vormen:
-Halfpipe: door het board met hoge snelheid de verticale kanten van de pijp op te sturen verlaat de rider de pijp verticaal, maakt een trick om vervolgens weer met zijn board verticaal de pijp weer in te gaan.
-Slopestyle: een parcour van kickers, gaps, rails en big jumps achter elkaar.
-Big Air: bij dit onderdeel worden er een enorme schansen gebouwd en komen vaak de aller grootste en technisch moeilijkste tricks voor.
De wedstrijdvorm die zowel niet bij de alpine als bij de freestyle past is de boardercross. Hier suizen 4 tot 6 deelnemers tegelijk door het parcours, wat uit kuipbochten, scherpe bochten en hoogteverschillen bestaat. Hier hebben zowel freestyleboarders als alpineboarders voordelen.
Uit wiki.