ffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffff
fffffffffffffffffffffffffffffffffffffff
fffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffff
fffffffffffffffffffffffffff
fffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffff
fffffffffffffffffffffffffffffffff
ffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffff
fffffffffffffffffffffffffffffffffffffffff
ffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffff
fffffffffffffffffffffffffffffffffffffff
ffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffff
ffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffff

zaterdag 16 februari 2008

De zandbak

Je doet je ogen open, voor het eerst van je leven. Vage vlekken neem je waar. Vlekken die bewegen. Geluiden hoor je. Ruiken doe je ook en voelen en, en nog veel meer. Op het moment dat dit gebeurd ben je nog lang niet bewust dat jij dat allemaal meemaakt, jij bent er nog niet. Jij bent nog ver weg, ergens in het onderbewuste van het bewuste dat je nog niet hebt. Als je al zou kunnen zien en je zou dit in een spiegel doen dan zie je iemand, maar het plekje is leeg in je hoofd waar staat geregistreerd dat jij dat bent die daar kijkt, het zal nog even duren voordat je gaat beseffen dat je een mens bent. Lang voordat je beseft er te zijn ken je al wel je naam, een volgorde van klanken, trillingen in de lucht die reeds zijn vastgelegd en herkend als signaal om te kijken in de richting van hun herkomst. Ook de vlekken worden steeds scherper, je ogen zien ze allang zoals bedoeld en ergens worden verbindingen vastgelegd die jou gaan vertellen dat sommige van die vlekken veel voorkomen in je omgeving, je beseft nog niet dat je ze ooit als je ouders zult zien. Zo onschuldig als je nu nog bent, een werkelijk onbeschreven blad, langzaam tikt de tijd dat lege vol en al snel zul je die eerste pagina omslaan. Nog steeds niet bewust van dit vullen van die ruimte, de rust en eenvoud van je bestaan dat bij iedere tik van de klok, het stromen van de tijd die maar gaat, verder wordt gevuld.


Langzaam merk je dat er geluiden komen van heel dichtbij, een vanbinnen heb je nog niet, je hoort jezelf nog steeds niet net zoals de reflectie in die spiegel wel te zien is maar niet herkent. De geluiden worden ook, als de vlekken, bijgeschreven en zo langzaam herkend, zou het iets te maken hebben met dat gevoel, daar ergens halverwege de punten waar je schijnt op te houden, nu je hoofd en je tenen maar ook was toen het voelen als het zien. Er komt soms wat binnen na die geluiden en dat gevoel, hoewel binnen nog niet bestaat voor jou maar wel al leg je langzaam vast dat dit gevoel van binnen warm is en goed voelt, weg ga je daarna, dromen van vlekken en geluiden nu je maag is gevuld, moe ben je hoewel je nog steeds niet weet wat wakker zijn is.

Zo verstrijken er maanden en maanden waarin het dier mens volkomen hopeloos is overgeleverd aan zijn omgeving. Zorg is het allerbelangrijkste voor dat diertje, zorg van je omgeving, als het goed is van je ouders, meestal in het begin, je moeder. Langzaam realiseer je dat bepaalde vlekken dingen zijn die het leven voor jou gemakkelijker maken. Je weet al dat een bed dat doet en dat stuk speelgoed in je hand maar die andere dingen, die blijven niet daar waar je ze achterlaat, ze lijken… Nu lijken ze nog niks te doen, concepten als bewegen, lopen of zorg zijn nog niet gevormd in je hoofdje maar je weet al wel zeker dat, dat ding die jou warmte geeft en brengt waar je naar verlangt belangrijk is, hoewel ook dit concept, belangrijk en onbelangrijk nog betekenisloos zijn, nu is het ding er gewoon veel en wat veel aanwezig is en jou rust geeft zal ooit als belangrijk worden vastgelegd, op een van de vele blanke pagina’s, en als dusdanig herkend worden en hopelijk mamma en pappa worden genoemd.

In dit nog zo korte zorgeloze leventje krijg je alle zorg die je nodig hebt. Zorg als lijnen trekkend spel van de geen die zorgen. Ze trekken de lijnen in je hoofd van oorzaken en gevolgen, de blanke pagina’s die al zijn beschreven worden zo langzaam verbonden. Geluid van binnen, al herkend als instrument voor aandacht en wat je nu huilen noemt kan worden gebruikt om dingen gedaan te krijgen maar te lang huilen, kan ook tegenovergesteld werken, je voelt het, het diertje in je krimpt ineen. De dingen om je heen die zorgen voor je, je herkend ze al bijna als mensen, hoewel het idee ouders nog ver weg is, kunnen opeens anders reageren dan je verwachte. Anders dan je verwachte, dan op een van die blanke pagina’s was geschreven in het verleden, er is een streep getrokken merk je even later, tot hier en niet verder anders... En dat anders, daar verwijst die streep naar. Het verbind die twee pagina’s, langzaam leer je grenzen kennen, langzaam word je meer mens en minder dier en kind. Je instinct, het dierlijke in je, regelt nog steeds veel maar langzaam word de stapel beschreven blanke pagina’s groter en groter en drukt het steeds meer zijn stempel op uiteindelijke besluiten. Het dierlijke zet aan, neemt het initiatief maar langzaam zetten onze verzorgers lijnen, grenzen die we respecteren, uit instinctieve angst, nog steeds zijn we namelijk volkomen hulpeloos.

Ons instinct verteld ons zonder woorden hoe te handelen in vele situaties. Dit hoe is geĆ«volueerd, al miljoenen jaren is het voor levende wezens met ouders die verzorgen belangrijk om de aanwijzingen te volgen die ze geven. De mens die iedere keer die giftige vruchten eet zal geen nakomelingen voortbrengen maar, als een door toeval gemuteerd jong, mensenjong wel de aanwijzing van zijn ouders volg en niet van die boom eet, die giftige appel, zal beloond worden met nakomelingen. Natuurlijke selectie heeft ons nu dus een mens gebracht dat instinctief luistert naar aanwijzingen van de verzorgers, de strepen die door hun worden gezet op de onbeschreven en reeds beschreven pagina’s in ons hoofd staan dus in vet gedrukt. Samen met onze hulpeloosheid, het overgeleverd zijn aan de genade van onze verzorgers en onze instinctieve goedkeuring van de aanwijzingen die we krijgen, de strepen die worden getrokken, kun je dus stellen dat de keuzes die onze verzorgers maken van enorm belang zijn.

Door onze hulpeloosheid en aanleg om te gehoorzamen als onbeschreven blaadjes, het ontbreken van enig idee van een zelf, een ik in onze eerste jaren. Het niet weten van een buitenwereld daar, buiten ons bereik. Stel je is voor, geen identiteit, geen buitenwereld, helemaal niks, het al genoemde onbeschreven blad. Wat moet je dan denken van wat er jou wordt aangewezen, verteld, wat moet je van de lijnen en grenzen denken die er voor je getrokken worden? Helemaal niets. Als kind neem je klakkeloos aan wat er jou door je ouders wordt verteld over goed en kwaad en door die enorme leegte in het begin is het niet mogelijk om kanttekeningen te zetten bij die opvoeding. Geen mitsen, geen maren maar alleen maar dikke vette lijnen en grenzen die, nu, volwassen, misschien betwijfeld kunnen worden maar niet meer weg gedacht, gegumd kunnen worden.

Voor een volwassene zullen veel van de lijnen en grenzen, als ze die nu voorgelegd en eventueel bijgeschreven krijgen niet als imponerend en onoverkomelijk toeschijnen, ons boek is al dikker, vele blanke pagina’s zijn al beschreven, een lijntje, een grensje meer of minder maakt niet zo snel meer indruk. Voor het kind echter, enkele bladzijdes dik, is iedere lijn en grens, elke regel, elke wet, vet gedrukt, een grondwet, duidelijk aanwezig. De eerste regels in ons boek en de lijnen die daar worden gelegd zijn de basis, grote woorden voor het kleine kind. Ieder boek, vele boeken, hebben een inleiding waarin reeds staat waar de rest zich aan houd. Lees de inleiding, lees de eerste paar bladzijdes, geschreven vanuit onschuld, in het hoofd van een mens en je leest waarover hij gaat, wat over hem heerst, die paar pagina's van toen. De hoofdstukken die volgen zullen hun details en avonturen hebben, lijnen en regels maar in de inleiding staat de grondgedachte al geschreven, vet gedrukt aanwezig voor altijd.

Waar blijkt deze gedachte het sterkst uit? Als je de wereld in trekt en om je heen kijkt naar de kinderen, niet te oud, wat zie je dan? Een wonderbaarlijke overeenkomst in gedrag, in hun spel, spontaniteit, een bepaald soort vrijheid heerst er nog onder de jongste kinderen. Waar je ook komt, overal zul je zien dat de kinderen veel meer overeenkomsten hebben in hun gedrag dan dat de volwassenen dat doen. Een kind van vier is nog geen Christen of moslim, communist of anarchist, een kind is een kind, onbeschreven en nog vrij. Het zijn de volwassenen, de wat ouder kinderen die reeds beginnen te scheiden en onderscheiden door lijnen en grenzen te trekken gesteld en duidelijk geworden naarmate de tijd verstrijkt. Een kind van vier kan nog niet haten of lief hebben, links zijn of rechts, dat zijn allemaal concepten, gewoontes die aanwijzingen nodig hebben. Een kind van vier kan nog niet onderscheiden tussen wat goed is en kwaad, goed en kwaad zijn begrippen die niks betekenen in een kind zijn hoofdje. Onze opvoeder zullen ons moeten inlichten over wat goed en kwaad is en ons zo bepalen. Bepalen wat onze inleiding word, de inleiding naar de rest van ons leven.

Alle volwassen die menen dat goed en kwaad van boven komt, door de natuur komt, door wat dan ook maar in ieder geval van te voren is gegeven aan de mens hebben nooit goed rond gekeken. Iedereen die onbeschreven is, is onschuldig. Een kind van vier begint geen oorlogen ook niet als ze bestempeld zijn als vijanden van elkaar. Ze beginnen geen oorlogen, niet omdat ze dat niet fysiek kunnen, ze hebben gewoon nog niet geleerd waarom ze elkaar zouden moeten bevechten. Kinderen onderling, van over de hele wereld kunnen zonder grote problemen in de zelfde zandbak spelen. Maar hun, nou eenmaal aanwezige ouders, hun nou eenmaal aanwezige omgeving, hun nou eenmaal aanwezige dorp, hun nou eenmaal aanwezige regio, hun nou eenmaal aanwezige land, hun nou eenmaal aanwezige cultuur, hun nou eenmaal aanwezige religie zullen met de tijd grenzen stellen aan hun onschuldige accepteren van de ander in hun zandbak. Al die onmogelijk uit de weg te kunnen gaande grensver-leggers zullen die kinderen uiteindelijk scheiden en opdelen en strepen laten trekken in de zandbak. De volwassen hebben problemen met elkaar, niet kinderen die spelen.




De kinderen zijn vrij, onbezorgd en trekken geen grenzen. Stel je is voor dat in de zandbak die wij wereld noemen nou is alleen maar vrije, onbezorgde mensen woonden en dat er geen grenzen waren. Stel je is voor…


Hoelang moet de tijd nog verder gaan voordat onze dierlijke instincten verdwijnen, wij uit onze holen en grotten kruipen en onze kinderen is werkelijk gaan opvoeden. En laten we dan proberen het zoveel mogelijk bij het voeden te houden, laten we er wat meer jaren voor uit trekken, laten we pas volwassen moeten zijn als we dertig worden of zo. Laten we veel langer spelen in de zandbak zonder verplichtingen. Laten we langzaam opzoek gaan naar de dingen die we graag doen zonder al te veel lijnen en grenzen te stellen. Laten we hopen dat over 100 generaties wij, nu, in deze tijd, worden bezien zoals wij nu kijken naar de tijden van fysieke slavernij, met misprijzen. Laten wij ook hopen dat er ooit een wet komt tegen onze moderne slavernij, de ketens die ons worden omgedaan, schakel na schakel, streep na streep, die horen thuis in een museum.

Laten we het hopen.






2 opmerkingen:

Anoniem zei

Hei Christiaan,

Mooi verhaal, ik heb het gelezen vol emotie.

Laat het ons hopen...ja

Anoniem zei

Sorry, ik had op de verkeerde knop geklikt en zo te vlug afgesloten.
Ik wou nog de groeten er bijzetten.

Edith