Gewetensbezwaren met pasen
Gewetensbezwaren. Gemoedsbezwaar volgen het woorden boek. Van geweten spreekt je als je besef hebt van goed en kwaad. Als je dus gewetensbezwaar hebt dan heb je bezwaar tegen iets dat tegen jou oordeel van goed en kwaad in gaat. Gemoed is het zelfde als gevoelsleven, het innerlijke gevoel. Gewetensbezwaar is dus jou oordeel van goed en kwaad dat weer stoelt op je gevoel. En je gevoel is een niet verstandelijke gewaarwording, zonder ratio, het komt van binnen of van buiten. De ambtenaren die dus een bezwaar hebben tegen het homo huwelijk en zich beroepen op gewetensbezwaar doen dit dus op basis van een gevoel, niet op basis van iets rationeels. In de meeste gevallen doen ze dit omdat hun godsdienst dit niet toestaat, dat is tenminste wat hun gevoel verteld van wat hun godsdienst inhoud. In het geval van de homohaat door de ambtenaren die twee gelijkgeslachtelijke niet wil trouwen gaat het om het christendom, de grote promotor van mensenliefde. Die ambtenaren hebben dus het gevoel dat het bericht in de bijbel over mensenliefde minder belangrijk is dan het bericht dat je homo niet mag huwen. Waarom zou je dat gevoel krijgen? Waarom is zo iets onbenulligs als trouwen zo veel belangrijker dan het liefhebben van je medemens. Misschien is het trouwen zo belangrijk en door god gegeven instituut dat als broedplaats voor nieuwe christentjes is bedacht dat je niet eens de geen waar je mee trouw lief hoeft te hebben. Je trouwt niet uit liefde en hoeft dus ook geen liefde te hebben voor je mede mens, trouwen doe je omdat dat gods wil is om nieuwe mensjes op de wereld te zetten. Een homo stel kan dat natuurlijk niet, go… het klinkt nog wel rationeel ook, als je in die christenonzin geloofd ten minste, als het zo rationeel is hoef je als christelijk ambtenaar natuurlijk niet op gewetensbezwaar te beroepen, je zegt gewoon dat je geen homo’s wil huwen, zonder omhalen. Niks gewetensbezwaar, hun menslievende geloof verbiedt het hun gewoon, het rare is dat ik niet veel met zo’n gelovige deel maar dat ik er meer respect voor heb dan voor gelovigen die het Christelijke geloof zo aan passen dat het aan hun behoeftes voldoet, is zo modern, zo “ik voel het nou eenmaal zo”, zo individualisaties, zo respectloos voor het oude.
De beste man is gisteren, dik 2000 jaar geleden, aan het kruis genageld (als mede timmerman vraag me altijd af of hij, als laatste wens, nog één keer op zijn duim is geslagen tijdens het kruisigen, hoort toch bij het timmerman-zijn) en heeft daarmee het startschot gegeven voor één van de grootste godsdiensten. “Hij is gestorven voor onze zonden”, volgens mij zagen de Romeinen hem gewoon als een joodse oproerkraaier die als zovele anderen daarvoor werd gestraft, hij zag ze vliegen (had visioenen) en dacht net zo als vele verlossers in die tijd dat het einde der tijden zou komen. Tegenwoordig zou je een pilletje krijgen, een klopje op je schouders en een reïntegratie cursus en hup, weer de maatschappij in maar toen zagen ze dat nog wat anders. Meneer Paules heeft hem daarna als verlosser bestemt, Paules was een strenge joodse gelovige die niet aan de voorschriften kon voldoen van zijn geloof en zo gebukt ging onder die zonde en de onmogelijkheid van die opdracht dat hij naar een uitweg zocht. Als mens had hij de heel menselijke reactie om dat te gaan haten wat je niet kunt krijgen, hij kreeg ressentiment tegen het joodse geloof en zag in Jezus de verlosser die hem in één keer van al zijn zonde zou verlossen. Paules is de stichter van dat geloof, Jezus geloofde als zo velen in zijn tijd alleen maar dat de aarde zou ophouden te bestaan, vandaar zijn oproepen voor medemenselijkheid en vrijgevigheid, als de wereld ophoud te bestaan laten we dan in ieder geval die laatste paar jaar vriendelijk zijn voor elkaar en waar heb je bezit voor nodig als het einde er aan komt. Paules was een slimme man die doordrenkt van zijn tijd een geloof creëerde dat ondanks zijn slimheid toch, als geloof, alle tekenen vertoont van oudere geloven. Ik ga nu niet uitweiden over alle verbanden tussen christendom, jodendom en Egypte en de overeenkomsten tussen vele geloven (wereldwijd) met betrekking op apostelen, maagdelijke geboortes en verlossers. Mijn stelling voor nu is dat het christelijke geloof is gemaakt door mensen en voldoet aan een menselijke behoefte om, bijvoorbeeld, die vaderlijke stem in je hoofd een plaats te geven en het gat dat het gebrek aan zingeving achterlaat te vullen.