ffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffff
fffffffffffffffffffffffffffffffffffffff
fffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffff
fffffffffffffffffffffffffff
fffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffff
fffffffffffffffffffffffffffffffff
ffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffff
fffffffffffffffffffffffffffffffffffffffff
ffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffff
fffffffffffffffffffffffffffffffffffffff
ffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffff
ffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffff

donderdag 30 november 2006

Denkend aan Holland

Klik op de foto om de tekst te lezen

Gisteren heb ik het afscheidscadeau gekregen dat ik onderweg naar Noorwegen was verloren, de postbode heeft er 10 dagen over gedaan, vast via Zwahylie gereisd. Het is het wel bekende gedicht over Nederland van Marsman, Denkend aan Nederland… Ik wist trouwens niet dat het over politiek ging, maar zo leer je nog eens wat. Mijn internet aansluiting komt er ook aan, het is gisteren op de post gegaan dus dit weekeind ben ik dan eindelijk online als alles goed gaat. Vandaag ben ik ook gebeld door de Honda eigenaar, een paar weken geleden heb ik het daar over gehad, of ik nog steeds interesse had. Natuurlijk heb ik dat, ik was net van plan om hem te bellen omdat mijn sofie nummer ook onderweg is en ik dus binnenkort een bankrekening kan openen zodat ik de bankdirecteur is lief in de ogen kan kijken voor wat extra geld. De Honda man hoeft maar 4000,- kronen te hebben ipv de 7000,- die hij eerst vroeg, ik denk dat zijn vader tegen hem gezegd heeft dat ik niet zo vel poen heb en dat het daarom wat lang duurt en hij moet van zijn auto af. Het zelfde bedrag ben ik kwijt om hem over te schrijven en dan een verzekering erbij en ben ik voor zo’n 10000,- kronen klaar (delen door 8 voor Euro’s). Dat valt allemaal nog wel mee, hij heeft wel 380000 duizend kilometer gereden dus het blok zal wel niet meer al te lang mee gaan maar hij is wel net voor 2 jaar gekeurd en er zitten zo goed als nieuwe winterbanden op (a 3500,-kronen) en een set goede zomerbanden. Dus eigenlijk heb ik twee setjes goede banden plus velgen gekocht met een auto erbij. Endre ging meteen op het internet rondneuzen naar tweedehand motorblokken van de sloop en rond de 7000,- kronen koop je een blok dat rond de 100000 km heeft gelopen, dus als het echt niet meer wil dan kan er altijd voor weinig een vervangend blok in. We zullen wel zien hoeveel geluk (not) ik dit keer heb met deze auto. Eergisteren ben ik wezen voedballen met Bjørn, er is net een nieuwe overdekt voetbalveld geopend en een paar Gratangernezen hebben het woord rond laten gaan dat het wel leuk is om te gaan voetballen, gewoon voor de lol, niks geen club of zo. Het was hartstikke leuk, hoewel ik in geen jaren meer gevoetbald heb was ik weer hartstikke fanatiek, net als de rest overigen. Er zijn een paar jongeren maar de meeste zijn toch wel 30 + tot boven de vijftig. Het was weer net als vroeger, alle kneusjes, ik dus ook, liepen voor spek en bonen hard rond en de goeie voetballers gaven elkaar de bal. Ik kan het ze ook niet kwalijk nemen, ik en de rest van de kneusjes raken ook geen bal fatsoenlijk, jé wat is dat moeilijk zeg, je wilt de bal, schreeuwt er om en dan heb je hem en dan… paniek, wat moet ik ermee en je geeft hem een trap, nee het is nog niet zo eenvoudig. In mijn herinneringen was het toch wat makkelijker, en was ik ook stukken soepeler. IJskoud (geen warming-up) en fanatiek, dat geeft problemen, dat kan ik je vertellen, de dag erna had ik last van mijn rug, ik heb niet fatsoenlijk kunnen werken en ben halverwege de dag naar huis gegaan, Bjørn ook al en hij is ook nog is tegen zijn enkel geschopt, stelletje bejaarden dat we er zijn. We zeiden al dat het geen goed idee zou zijn om met het hele bedrijf te gaan voetballen, kunnen we de boel wel sluiten. Maandag proberen ik het weer en dan met een warming-up en eerst wat balletjes over trappen en iets rustiger aan doen want het is wel leuk om te doen, lekker rennen en zweten, we speelden anderhalf uur achter elkaar maar het leek maar een half uurtje, dat zegt al genoeg. Vandaag had ik geen last meer van mijn rug dus heb ik weer een hoop van de binnenhuid van de Fuglø weg kunnen halen, ik heb er geen foto’s van, morgen heb ik een gesprek met de grote baas, ik ben benieuw, ze moet wel met verdomd goede argumenten komen waarom mijn foto’s niet op het net mogen, maar waarschijnlijk hoef ik alleen maar een link te maken naar hun eigen site, Bjørn had al iets gehoord. Ze willen het vast zwart op wit, daar houden ze hier van, vergaderen en dingen op papier zetten, ze had helemaal geïnformeerd wat er volgens de wet wel en niet mag, ik zou zeggen: doos kun je zelf geen beslissing nemen maar waarschijnlijk heeft ze die niet hierover of doet ze de dingen graag erg formalistisch maar als baas kun je daar zelf toch ook een beslissing over nemen lijkt mij, het zal wel aan mij liggen en ik hoop dat ik mijn alter ego niet hoef in te schakelen..

maandag 27 november 2006

Frank-Roy


Gisteren ruim 400 km in de auto gezeten om naar “mijn” bootje te kijken. De reis ging naar Myre op de vesterålen, een mooie rit, op de heenweg konden we van het uitzicht genieten op de terugweg was het al donker. De collega, Sverre die dit voor mij heeft geregeld nam ook een Poolse kennis mee die geen woord Noors of Engels kon, dus dat was af en toe vriendelijk knikken en lachen, ook was er een man mee die ooit heeft gewerkt op een boot die altijd naast de Frank-Roy lag dus hij kende hem wel een beetje maar het ging ook om een gezellig dagje uit. Ik weet zijn naam niet maar die laatste persoon woont op een boot niet ver van mij vandaan dus ik heb al afgesproken om een keer langs te komen om is wat van hem te horen hoe het is om op een boot te wonen. De Frank-Roy ziet er goed uit, het is niet heel ruim van binnen maar met enig verbouwen kun je der wel een leefbare ruimte van maken. Hij is ook niet één van de mooiste schepen maar dat maakt mij niet zoveel uit. Er zit een hele goede motor in en dat was meteen een teleurstelling want er heeft iemand 35000,- Kronen (Bijna 4500,- Euro) voor de motor geboden dus het is even afwachten hoe dat verder gaat, ik heb dat geld in ieder geval niet en hoewel het natuurlijk nogsteeds een koopje is wacht ik echter liever op een volgende kans, het is dus weer even wachten. De boot is verder trouwens behoorlijk kompleet met alle apertuur aanboort die je nodig hebt, de radar en GPS zijn wel wat oud maar daarom is het ook niet veel meer waard, dat spul word steeds goedkoper. De wc doet het en er is warm water, alles is wel een beetje smerig, de laatste eigenaar is gewoon vertrokken dus alle potten en pannen zijn er nog net als pakken met eten en andere huishoudelijke spullen. Er zit ook een soort kachel/oven/fornuis in die op diesel werkt volgens mij, daar moest ik zuinig op zijn werd mij verteld.

Nadat ik alles is goed bekeken had zij we naar een heel leuk plaatsje gegaan, Sverre weet heelveel van de cultuur en omgeving af dus hij heeft altijd wel wat te vertellen en te laten zien. Het plaatsje waar we heen gingen heet Nyksund, een paar jaar geleden was het dorpje, met zo’n 40 huizen schat ik, op één persoon na verlaten en vervallen. In de jaren 60 werd het dorp slachtoffer van een Noorse maatregel om verafgelegen plaatjes op te doeken en dus vertrok iedereen met enige tegenzin. Maar een aantal jaar geleden hebben een aantal liefhebbers het dorp weer voor een grootdeel opgeknapt en nu komen er redelijk wat toeristen op af. Er is een jeugdherberg dat gerund wordt door een Duitsers, daar hebben we een hapje gegeten en wat geklets, hun zijn ook bezig met het opknappen van een boot, eigenlijk zijn ze bezig met plannen maken voor het opknappen van een boot, het kwam dus goed voor ze uit dat wij langs kwamen, voor ons was het ook nog nuttig want een collega van die Duitser heeft vroeger op de Frank-Roy gevaren, hij zij dat de boot technisch wel goed in orde was maar dat zijn vaar eigenschappen op de volle zee niet even gemakkelijk zijn, niet echt van belang voor mij want voordat je op de volle zee bent heb je al 1000,- Euro diesel op gestookt dus dat doe je niet eventjes voor de lol. Het was ook weer is lekker om de zee te zien, ik woon ook wel aan de zee, het water is zout, maar er zijn bij mij geen golven en het waait hier bijna nooit dus dat noem ik geen zee. Het was al donker dus ik heb niet veel foto’s kunnen maken maar geloof mij maar dat het er allemaal heel idyllisch uitzag, er wonen ook bijna alleen maar kunstenaars, je kunt er ook niks anders, even naar je werk rijden is er niet bij, niet alleen door de afstanden maar ook omdat de toegangsweg niet altijd te gebruiken is. De Duitser vertelde dat hij ook net genoeg verdiende om rond te komen maar dat ze elkaar allemaal helpen en ook bewust zo leven. Ik kreeg meteen nijgingen om mijn boeltje te pakken en er ook te gaan wonen, maar ja, laten we dat maar niet doen. Ik ga er nog wel is een keertje heen, vaak zijn dat soort groepen mij wat te klef en moet ik het maar gewoon bij mijn hutje op de hei houden.

zaterdag 25 november 2006


Ik heb weer lekker gewerkt deze week. Met de Fuglø gaat nu alles voorspoedig, ik heb er de hele week alleen op gewerkt, Endre heeft andere bezigheden en ik heb al aangegeven dat ik het liefst op de Fuglø blijf werken, je moet ook hier in Noorwegen voor jezelf opkomen. Omdat ik een hijsbewijs heb gehaald in Nederland mag ik ook de autokraan bedienen die op de vrachtwagen zit van de werf. Een autokraan is zo’n kleine hydrolyse kraan die vaak net achter de cabine zit, het is wat anders dan een grote mobilekraan maar het is wel weer een groot stuk speelgoed om mee te spelen en dat is altijd leuk. Wat ook leuk is, is het rijden in die vrachtwagen, ik mag het terrein wel niet af maar een klein beetje “vrachtwagen gevoel” krijg ik wel, het is wat anders dan in een autootje rijden, vooral de draaicirkel geeft mij nog wel is problemen maar verder is het niet moeilijk. In ieder geval is de Fuglø nu helemaal leeg en is de stalen cabine er ook af. Op een stuk aluminium reling op het achterschip na is er nu alleen nog maar hout over. Ze zijn nog met de helling bezig, dat duurt nog zeker’s twee weken, dus veel kunnen we nog niet doen maar ik ben al wel begonnen om in het ruim de binnenhuid weg te halen zodat er een inschatting kan worden gemaakt van de staat van het schip ivm. verdere aanvraag van subsidies. Het stelt niet zoveel meer voor, als je hard niest, nies je er zo een gat in, maar ik begrijp dat, dat juist goed is, weer voor jaren werk, ja zo kun je het ook zien. Endre maakt zich wel druk trouwens, ik heb er nog niet zo’n kijk op maar het schijnt dat er niet, vanuit de leiding, een duidelijk doel is voor de Fuglø (en de werf opzich) en dan met name wat betreft de methode van restaureren. Wil je een exacte kopie maken van het schip zoals hij was bij aankomst, wil je hem terugbrengen naar een oudere staat, wil je er een museumschip van maken of wil je de verschillende stadie van het leven gaan onderzoeken. Dit alles is van belang voordat je begint met het uit elkaar halen van een schip; als je een kopie wil maken dan zul je alles moeten opmeten en vele schetsen en tekeningen maken en voorbeelden bewaren van de gebruikte materialen maar als het een museumschip wordt dan kun je delen origineel houden en bijvoorbeeld het ruim naar eigen inzicht herbouwen, daar komt toch een tentoonstelling ruimte. Ook speelt er mee hoeveel historisch onderzoek je wil doen, ik haal nu bijvoorbeeld de binnenhuid weg en laat zorgvuldig alle nagels en houten pennen zitten zodat we aan de hand daarvan een patroon kunnen ontdekken. Je moet niet vergeten dat het schip 130 jaar oud is en dat je dus sporen kunt vinden van alle verbouwingen, vermoedelijk is maar 10% origineel, we hebben onder in het schip al wel de oude eiken binnenhuid ontdekt. Nu doen we dus al deze dingen zo zorgvuldig als mogelijk maar eigenlijk wil Endre van de leiding horen wat de bedoeling is met de Fuglø. Maar ze werken al jaren met deze onduidelijke instelling en ik weet uit eigen ervaring hoe moeilijk het is om daar verandering in te krijgen, ik probeer Endre het inzicht van onze grootste vaderlandse filosoof in te laten zien ’ieder nadeel heeft zijn voordeel’ met als voordeel: als niemand je verteld wat te doen dan kun je het lekker op je eigen manier doen maar ik denk dat hij zijn eigen plek nog niet genoeg durft af te dwingen. In onze discussietjes verschuilt hij zich nog wel is achter zijn gebrekkige Engels maar dat vind ik maar smoesjes, ik vind het echter allemaal vermakelijk hoor, als nieuwkomer heb ik nog de luxe om lekker op de tribune te gaan zitten en te kijken naar het gebeuren voor mij, ik versta het Noors nu al redelijk dus ik kan ze wel volgen maar ik ben wel zo beleeft om mij mening niet te luid te verkondigen, ik houd het nog bij voorbeelden zoals ik het zou doe (kan ook laag-bij-de-gronds en steek-onder-waterig zijn) en mijn manier van werken. Mijn ’niet lullen maar doen’mentaliteit is voor een Nederland niet erg hoog, ik ’mits en maar’ graag maar vergeleken met die Noren die ik nu heb meegemaakt ben ik een echte Nederlander. Regelmatig is het van “o, ben je al klaar” of “o, dat heb je al gedaan” en dan wil ik mijzelf niet op de borst kloppen hoor maar in Nederland, waar het water ook niet wacht tot je een besluit hebt genomen, gaat het allemaal iets vlotter. Ik zie ze hier wel is kijken naar situaties, der omheen draaien, zucht en steun en dan pak ik de haakse slijper en hupsekee doormidden en ophijsen die zooi, niet zo moeilijk doen. En dan zie je ze met grote ogen kijken van wat gebeurt er nu,” o, het is al van het schip af, o, het is al klaar dat was makkelijk.” Af en toe moet je ze een beetje “achter de vodden zitten”. Maar het is allemaal niet ergerlijk hoor, wie ben ik om hun te veroordelen, zolang ik mijn gang maar kan gaan. Ik heb trouwen geen foto’s, mag nog steeds niet maar de bazin heeft mij gegarandeerd mij niet druk te maken het zou wel goed komen. Dat het wel goed komt heb ik wel een klein beetje twijfel in gekregen, de bazin, Anita, was er vrijdag en ik moest nog wat ondertekenen en had zelf nog wat vraagjes omtrent die foto’s en mijn vakantie dagen, hoe het zit met de dagen die ik nu heb op gebouwd, of ik die mag meenemen naar volgend jaar zodat ik volgend jaar meer dagen heb, daar begon het mis te gaan, ja ik mocht dagen meenemen, naar 2008. Het gaat te ver om het hele gesprek met al zijn spraakverwarring (zij spreekt het slecht Engels van allemaal) letterlijk te herhalen maar het komt hier op neer dat je in Noorwegen eerst een jaar moet werken voordat je recht hebt op 5 weken betaalde vakantie, met andere woorden, ik heb nu ongeveer 8 dagen opgebouwd en dat zijn mijn betaalde vakantie dagen voor heel 2007 (!). Nu is dat op zich niet zo’n groot probleem, als je het maar weet, ik zie het al helemaal voor mij: volgend jaar zomer, ik ga naar mijn baas en zeg ,,ik ga vier weken met vakantie” en hij zegt ,,fijn voor je maar dan heb je een maand geen loon” nou dan heb je de poppen aan het dansen. Van dit soort dingen gaat mijn bloed dus koken, dat er niemand op de gedachte is gekomen om mij dat even te vertellen, ik heb van zeker vier verschillende mensen gehoord dat ik volgend jaar vijf weken vakantie heb, ik heb wel vakantie, maar niet betaald, ze gingen er allemaal vanuit dat ik dat ook wel wist. Niet even verder denken dan je neus lang is, denken dat de hele wereld is zoals jou wereld is, stap één van een hoop ellende op deze wereld. Daarom maak ik mij er ook zo druk om, ik hou er niet van als mensen hun zaakjes niet voor elkaar hebben, ze zijn hier echter allemaal te aardig om ze van onverschilligheid te betichten maar ze kunnen maar beter niet naar mijn mening hierover vragen. Ze zijn namelijk ook zo attent om mij te bellen als er een mooie noorderlicht te zien is, van de week twee collega’s vlak achter elkaar, en inderdaad dit was tot nu toe de mooiste die ik tot nu toe gezien heb. Hij bedekte de halve hemel, aan één kant scheen het omhoog vanachter de bergen en dat ging over in een soort halve cirkels, een stuk of vier die bewogen. Dit keer bewoog het trouwens veelmeer dan de andere keren, het was wel weer alleen maar groen maar nu zag je het echt uit het zwart van de hemel tevoorschijn komen en weer verdwijnen, heel mooi om te zien. Ik heb die avond een paarkeer buiten gestaan om te kijken. Morgen ga ik naar de Frank Roy kijken (“mijn”bootje), het is 3 uur rijden hier vandaan dus dat is alleen al mooi, het is richting de Lofoten en dan rechtsaf. Ik hoop dat het een goede boot is want ik heb nu wel zin om er op te gaan wonen. Van de week hebben we wel uitgevonden dat er een paarjaar geleden een brand aanboord is geweest en dat daarom het interieur er zo mooi uit ziet, morgen weten we meer.


woensdag 22 november 2006

de berk



Een berk is anders dan een andere boom. Hij is zoo edel en zijn bast is lijk een huid. Hij lijkt zoo aarzelend, jonkvrouwelijk en vroom en doet steeds denken aan een prille en schuchtere bruid. Men ziet niet in hoe men zoo'n boom kan vellen, hoe ooit de bijl wreedaardig in zijn stronk zal bijten. Marnix Gijsen


Vergelijk je berken met bijvoorbeeld eiken dan ben je snel overtuigd van de vrouwelijkheid van deze boom. De soepelheid, waarmee de kroon wiegt in de wind, de zilverglanzende huid, de sierlijkheid van de zacht ritselende blaadjes in de lentebries, de tere katjes die bungelen aan de ranke twijgen, het zijn allemaal kenmerken van lichtheid en zachtheid. Dat zag ook de Engelse dichter Coleridge, die de berk de 'jonkvrouw van de bossen' noemde. Een berk is een boom die zijn schoonheid in alle seizoenen laat zien. Bijvoorbeeld in de lente als hij vol hangt met sierlijke katjes en in de herfst als de bladeren verkleuren tot een lichtend goudgeel en de witte stam de boom nog extra helderheid geeft, vooral tegen de achtergrond van de donkere naaldbomen die haar regelmatig omgeven. In tuinen worden berken vaak in groepjes geplant om het effect van de witte schors nog beter te laten uitkomen. Dan zie je de poëzie die deze boom om zich heen heeft.

Soorten

Er zijn zo'n zestig soorten berken over de wereld verspreid en omdat ze weinig verschillen in bladvorm, kleur en schors zijn ze moeilijk van elkaar te onderscheiden.De meest bekende van onze Nederlandse berken is de Ruwe Berk (Betula pendula), ook wel Zilverberk genoemd. Dat komt doordat bij oude exemplaren de schors aan de onderzijde openbarst en afwisselend donkere en lichte plekken aan de stam laat zien. Naar boven toe wordt de boom steeds witter en gaver, waarbij de kroon eindigt in een zeer fijn vertakt stelsel van twijgjes, die aan de uiteinden naar beneden hangen. Vandaar de tweede naam 'pendula', dat hangend betekent. Toch is er beslist geen sprake van een treurig uiterlijk bij deze snel groeiende berk, zoals dat wel het geval kan zijn bij de treurwilg, die ook haar hele takken laat hangen. De rest van de berk zorgt ervoor dat de boom toch iets fiers en ranks blijft houden, dat zich opricht en de zwaarte overwint.Dat geldt ook voor de andere inheemse berkensoort in Nederland, de Zachte Berk (Betula pubescens). Die is wat kleiner dan de Ruwe Berk en heeft op de takken en bladeren een fijne beharing die donsachtig aandoet. Vooral bij de oudere bomen is de schors meestal gaaf en heeft hij niet zoveel gegroefde plekken als de ruwe berk.

Milieu

Bij voorkeur groeit de berk in moerassige streken. Maar deze boom stelt weinig eisen aan de omgeving en dus komt zij eigenlijk in alle milieus en grondsoorten voor. Dat is typisch voor pioniersplanten, die zich als eerste kunnen vestigen op 'maagdelijke' gronden. Ze zijn weinig kieskeurig en kunnen dus onder moeilijke omstandigheden, waarbij de fijngevoeliger planten al lang hebben afgehaakt, nog overleven. Meestal zijn zulke pioniersplekken open en kaal en valt er zeer veel zonlicht op de planten. Vandaar dat de berk baat heeft bij een witte schors, die het felle zonlicht kan afweren en terugkaatsen. Daarmee beschermt zij zich tegen verbranden en uitdrogen, de twee grootste gevaren voor pioniersplanten. Berken zijn het meest winterhard van alle soorten loofbomen. Zo zijn ze de enige inheemse boomsoorten op Groenland en IJsland, waar de beroemdste pop-artieste 'Björk' de naam draagt van deze boom. In het hoge noorden of tegen de boomgrens in het hooggebergte kan de berk zich niet meer overeind houden en kruipt zij als een struikje over de grond. Daar is deze Dwergberk (Betula nana) een van de laatste bomen die nog is opgewassen tegen de barre omstandigheden. Ook in de toendra krimpt ze tot het formaat van kreupelhout. Maar in de overige milieus, waar ook ter wereld, hebben berken steeds de licht vertakte en charmante vorm met de dunne twijgen in de kroon.

Vervellende schors, inhoudstoffen

De schors bestaat uit een witte, leerachtige kurklaag aan de buitenzijde en een looistofhoudende binnenlaag. Bij het ouder worden krijgt hij scheuren en wordt bikkelhard. De buitenste laag van de schors van een berk is voortdurend bezig zich te vernieuwen en valt soms in zeer dunne repen naar beneden. Deze stukjes hebben een groot weerstandsvermogen

tegen bederf en zijn terug te vinden in turf van honderden jaren oud en soms zelfs in versteend hout van duizenden jaren oud, zoals in Siberië. Dat komt doordat de schors betuline bevat, een harsige kamferachtige en conserverende stof. Deze eigenschap maakt het ook mogelijk van de schors kano's, schoenen en dakspanen te maken. In Amerika en de Scandinavische landen is berkenschors als dakbedekking een geliefd materiaal omdat het licht is, waterafstotend en zeer duurzaam. En in Noorwegen geeft een laag bast op het dak bedekt met zo'n 30 cm grond een perfecte isolatie. De Lappen gebruiken de schors voor jassen en beenbekleding en de Zweden maken tasjes en mandjes van gevlochten repen berkenschors. Vooral de dunne schilfers zijn zeer brandbaar en in een drijfnat bos kunnen deze nog goed vlam vatten, omdat ze geen greintje water opnemen. Dat is een eigenschap die vroeger uitstekend van pas kwam als er kampvuurtjes gestookt moesten worden in de regen. Onder de schors is ook een bijzonder materiaal te vinden, dat veel is toegepast in de volksgeneeskunde: het berkensap. Vooral in oudere bomen vind je op twee tot vijf centimeter diep dit suikerhoudende sap, dat kan worden gebruikt als algemeen versterkingsmiddel en als middel ter bevordering van de haargroei. Daarnaast worden ook de knoppen en bladeren gebruikt om er werkzame stoffen aan te ontlenen, zoals: saponinen (zeepstoffen), looistof, hars, vluchtige olie en glycosiden (suikerachtige stoffen). Deze bestanddelen vinden ook hun toepassing in de leerlooierij en in het vervaardigen van geurstoffen. Sommige berken bevatten een aromatische olie, het wintergroen, dat verwant is aan het salicylzuur uit de wilgenbast, die als geurstof wordt toegepast in de snoepindustrie.

Blad, katjes, vruchten

De Ruwe Berk heeft opvallend driehoekige bladeren, die aan de rand onregelmatig zijn gezaagd en getand. Als ze jong zijn kleven ze door een harsachtige uitscheiding uit kleine klieren, die ook op de twijgjes zitten. Je voelt dat kleven aan je hand bij het aanraken van bladeren of takken, vooral in het voorjaar als de sapstromen op gang komen. Dat is ook de tijd voor de bloemen, ofwel de katjes, die zijn verdeeld in mannelijke en vrouwelijke. De mannetjes zijn langer dan de vrouwtjes en zitten aan de uiteinden van de twijgen. De vrouwelijke katjes zitten zij aan zij met de blaadjes aan de takjes en staan aanvankelijk rechtop. Pas later gaan ze net als de mannetjes hangen. De berk maakt enorm veel kleine vruchtjes, die makkelijk worden meegevoerd met de wind, omdat ze twee vleugeltjes hebben. Daardoor lijken ze op een vlinder of een danseresje. Heeft u een berk in de achtertuin, dan zult u de vruchtjes goed kennen, want ze dringen overal door kieren en gaten het huis binnen. In dezelfde tijd zie je ook overal donkere schubjes in de vorm van een klein zwaluwtje. Ook die komen uit de katjes: het zijn de blaadjes waartussen de vruchten beschermd hebben gelegen. De tuin kan zelfs bezaaid liggen met een deken van vruchten in het najaar, alsof het goud heeft gesneeuwd. Hieruit merk je hoe overvloedig de berk met haar nakomelingen om zich heen strooit. Gevoegd bij de goede kiemkracht van het zaad maakt dit de berk tot een levenskrachtige boom. Maar naast deze gewone manier van groeien en bloeien komt er nog iets anders bijzonders voor in de kronen van de berk. Bij sommige berken - vooral in de duinen in de Zachte Berk is het een algemeen verschijnsel - zie je opvallende vergroeiingen in de kroon. Deze kogelvormige bundels twijgjes worden heksenbezems genoemd en zijn ontstaan als reactie van de takken op het binnendringen van een schimmel.

Sagen over de berk

Op een dag, aldus een indiaanse sage, werd de halfgod Winabojo op de hielen gezeten door de dondervogel. Op het nippertje kon hij ontkomen door zich te verstoppen in een oude holle berk. De dondervogel streek neer aan de voet van de boom en zei: 'Winabojo, je bent gered. De boom bij wie je bescherming zocht, is ons bloedeigen kind, een godskind. Wie zijn heil zoekt bij de berk is onkwetsbaar.' Winabojo antwoordde: 'Zolang de wereld bestaat, zullen de mensen eerbied en dankbaarheid betonen aan de berk in ruil voor zijn goede gaven.'

Voor de indianen was en is de berk een bijzonder nuttige boom, die veel wordt gebruikt vanwege zijn hout, schors en geneeskrachtige werkingen. Maar niet alleen de indianen erkennen de boom als een van de meest edele en hoge vertegenwoordigers van het plantenrijk, ook de Finnen eren hem in hun mythologie, de Kalevala. Daar is het de toverzanger Vainämöinen, schepper van de wereld, die de berk als enige van alle boomsoorten niet omhakt met zijn bijl, omdat zij zoveel nut heeft voor de natuur zelf en niet alleen maar als gebruiksvoorwerp voor mensen. Mogelijk was de berk ook voor de sjamaan Vainämöinen de toegangspoort tot de wereld van de krachten en goden in de natuur. De opvatting van de berk als goddelijke boom duikt ook op in de Germaanse mythologie, zoals de Edda. Daar is hij de boom van Thor, god van bliksem en oorlog. De Franse cultuurfilosoof Jacques Brosse beweert dat de berk en niet de eik bij de kelten en de Noordse volkeren een goddelijke boodschapper was. De boom diende als medium waarlangs druïden en sjamanen in contact traden met hun goden.

De berk in de folklore

In de folklore komt de berk naar voren als boom van vernieuwing en wedergeboorte. Zuivering van ziel en lichaam en afscheid nemen van het verleden, dat is de essentie van de berk. Het is de meiboom, in verschillende landen vereerd en versierd. Mei was de maand van het jonge leven dat overal begon uit te lopen en de berk werd het symbool daarvoor. Mensen dansten rond deze meiboom, getooid met bloemen in het haar en witte kleren aan. Een oud Duits volksgebruik was het plaatsen van kleine berkenboompjes op de drempels van de huizen in de Walpurgisnacht, de nacht voorafgaande aan de maand mei. De heksen die het huis wilden binnengaan moesten dan eerst alle blaadjes tellen van de berk, en omdat er zo veel waren duurde dat te lang: de dag brak aan en de kracht van de heks vloeide weg. Ook werden er takken van de berk in de compost- en mesthopen gestoken, want mest was de verjongende en vernieuwende substantie voor bodem en gewas en daarbij mochten de kwade krachten niet worden toegelaten. En op de eerste meidag trokken in Scandinavië jongens met berkentakken al zingend en vioolspelend rond door de dorpen. De bedoeling was om op die manier een mooie zomer te krijgen, met rijke oogst en de zegen van de natuur. Eieren en andere gaven van de natuur werden in mandjes langs de deuren van de huizen verzameld. Kregen de jongens genoeg in hun mand, dan werd boven de deur van het huis een berkentak opgehangen om dat huis te voorzien van voorspoed en nieuw leven.

Ook hier is de berk verbonden met de jonge en vitale kracht van het voorjaar en de overvloed van de natuur. Deze symboliek blijkt in nog sterkere mate bij een oud gebruik in Duitsland in de streek rond Marburg. Daar liepen groepen jichtige mensen vlak voor zonsopgang naar een plaatselijk berkenbos waar ze bij een boom gingen staan. Ieder koos zijn of haar eigen boom uit en zei op plechtige toon: 'Hier sta ik voor het oordeel van God en ik knoop al mijn jicht in deze boom. Alle ziekte in mijn lichaam zal in deze takken van de berk verdwijnen.' Intussen legde een arts een knoop in een berkentwijg en zei driemaal achtereen: 'In de naam van de Vader' en deed vervolgens een beroep op de natuur om de zieken te genezen. Behalve in de meimaand werd de berk ook vereerd in de pinkstertijd. In Engeland bestond de gewoonte kerken en huizen met Pinksteren te versieren met berkentakken. Het frisse groen symboliseert het nieuwe leven, het geritsel van de blaadjes de heilige geest die neerdaalt op de gelovigen. In Rusland kende men de gewoonte om op de donderdag voor Pinksteren in processie door de bossen te lopen, al zingend en fraai gekleed, om jonge berkenboompjes te gaan kappen. Die werden dan als een vrouw aangekleed en met linten omhangen. Na een groot feest werd de boom bij een van de mensen in huis neergezet als een gast voor de komende pinksterzondag. Op die dag werd de boom in een riviertje geworpen, als symbool voor de stroom van het leven. Door heel Rusland waren alle dorpen bezaaid met deze berkenboompjes. Overal stonden ze langs de wegen en in de huizen en zelfs de spoorrails werden afgedekt met berkentakken. Ten slotte werd het mooiste meisje van een dorp op pinkstermaandag met berkenbladeren bedekt en het dorp rondgedragen.

Gebruik

Guido Gezelle was onder de indruk van de vele toepassingen van de berk, gezien zijn volgende dichtregels:

's Scheemans roede en 's boden staf,
't heidens recht- en vredeteken,
esschen hout en was 't, noch eeken:
't was uw' berken borst, die 't gaf...

Schald, die wijsheid wist, hij nam,
eer hem pergamenten blaren,
of papier,
berijmbaar waren,
uwen bast, o berkenstam.

't Schamel daaglijksch-broodgenot
spaart de berk u, bezembinder.

Hieruit blijkt dat de berk werd gebruikt om op te schrijven in plaats van perkament of papier. Dat was vooral het geval bij de witte schors van de al eerder genoemde Papierberk of Kano-berk (Betula papyrifera) van de indianen. Hout (geurig in de kachel en de basis voor uitstekende houtskool) en twijgen werden voor bezems en wandelstokken gebruikt, maar ook voor roedes om het boze uit iemand te slaan. Denk hierbij ook aan de berkenroedes waarmee je jezelf slaat in de sauna: je zuivert het lichaam door de doorbloeding te stimuleren. Volgens de volksgeneeskunde zou berkenthee, gemaakt van blaadjes, goed zijn als vochtafdrijver en bloedzuiveraar, te gebruiken tegen jicht en reuma. Verder zijn de jonge blaadjes goed te gebruiken in een lentesoep of lenteslaatje vanwege de frisse en iets bittere smaak, die de eetlust opwekt.

Berkensap

In het zuiverende en versterkende sap zagen onze voorvaderen een bron van eeuwige jeugd. Het proberen waard? Het recept gaat zo: Maak omstreeks nieuwjaar een wigvormige insnijding in de stam van een flinke berk. Vang het vocht op in een blikje. Maak per stam maar één snede en gebruik die maar drie weken lang. Na gebruik de snede afdekken met een wond-afdekmiddel (verkrijgbaar bij het tuincentrum). Dit sap kunt u puur drinken, want het is lekker zoet, maar u kunt er ook wijn van maken op de volgende manier. Zet een pot met sap in een warme kamer en dek deze af met een doekje. Het sap gaat gisten en de suiker wordt in alcohol omgezet. Na zes weken is er een heerlijke zoete wijn ontstaan.

(tekst van www.plantaardigheden.nl. foto's van het net)





dinsdag 21 november 2006

donker,eenzaam, verkiezingen


Het wordt al vroeg donker hier tussen de bergen, nog een paar weken en dan zal er geen licht meer zijn. Door de bergen heb ik de zon al een tijdlang niet meer gezien, ik weet niet wanneer de laatste keer was. Ik zie de zon wel schijnen op de bergen in het noorden, je ziet dan de silhouetten van de bergen achter je. De zonsopkomst is ook mooi en hier, dicht bij de noordpool duurt het ook langer voordat het licht volledig aan is dus kun je er langer van genieten. Ik ben nu wel een beetje van slag, om half drie krijg ik al allerlei neigingen om op te gaan ruimen, het is dan al bijna donker maar ik moet dan nog anderhalf uur, heb ik straks geen last meer van als het niet meer licht wordt. Gelukkig ben ik een nachtmens, ik hoef straks alleen maar de klok, bij thuiskomst, op twaalf uur te zetten en ik heb een nacht voor me om door te halen en toch kan ik op tijd naar bed. Ik vind het ook helemaal niet erg om hier alleen te zijn, sommige mensen om mij heen hier in Gratangen vragen wel is of ik het vol hou zo alleen, of ik met kerst naar huis ga willen ze ook graag weten, een beetje raar kijken ze wel als ik dan zeg dat ik mij hier minder alleen voel dan in Nederland, ja omdat te gaan uitleggen, daar schiet hun Engels meestal tekort voor, om maar niet te spreken over mijn Noors. Nu de mogelijkheid om uit te gaan er niet meer is had ik wel een klein gaatje verwacht, een gemis zou je het ook kunnen noemen maar daar is geen sprake van, kennelijk was het kroeg en shop leven toch een middel om iets te compenseren. En compensatie heb ik wel nodig, nu is dat afstand en eenzaamheid en meer tijd om met mijn oude vrienden in mijn boekenkast tijd te delen. Vanaf hier wens ik jullie in ieder geval veel plezier met stemmen morgen en of het nou Jan klaasen wordt of katrijn, om geld zal het wel weer gaan zoals alles in dit bestaan.









zaterdag 18 november 2006

de mieren n...

Het is weer vrijdag. Ik heb een vermoeiende week gehad, komt vooral door mijzelf hoor, moet ik maar wat eerder naar bed. Maar na een dag buiten werken ben je blij dat je even op de bank zit. Deze week heb ik een aantal dagen alleen gewerkt en dan is het tempo een stuk hoger waarin der gewerkt wordt. Niet dat mijn collega’s langzaam werken hoor maar er wordt tussendoor nog wel is wat af gerommeld. Mijn collega annex projectleider van de Fuglø Endre heeft voor het eerst de verantwoording voor een boot dus het is allemaal wel spannend voor hem en dan moet hij ook nog met zo’n Nederlander werken die overal wel een mening over heeft. Je kunt ook wel merken dat ze nogal afgelegen wonen hier zo, ik ben maar vier jaar ouder maar af en toe heb ik het gevoel met jonge jochies te werken die nog niet precies weten hoe ze zich moeten gedragen in de grote mensen wereld en dan hebben ze ook nog allemaal jonge kinderen, misschien heb ik al wel iets teveel gezien. Ik denk dat je het wel kunt vergelijken met een boer “ut ooosten” van het land die voor het eerst moet samen werken met een Amsterdammer. Maar het went wel… voor hun. Alle tanks zijn nu wel uit de Fuglø dus dat schiet aardig op en ik heb een grote legertent opgebouwd die ooit door harde wind was kapot gescheurd, daarin kunnen we alle losse onderdelen bewaren voor de komende paar jaar. Verder hebben we ook een mieren neuker op het werk (een maurknuller in het Noors), hij had foto’s genomen met zijn eigen camera in opdracht van het werk en nu wil hij daar de copyrights op omdat het zijn camera is en niet die van het werk, ja je verzint is wat. Het gevolg van het verhaal is dat er nu niemand meer foto mag maken tot is uitgezocht hoe dat zit, hij had ook commentaar dat ik foto’s nam van het werk en op het net zette, alsof we staats geheimen maken. Mijn chef zegt dat ik mij niet druk moet maken hij vindt mijn site hartstikke leuk. Ik hou mij wel in, ik ben hier tenslotte nog maar net, 50% van Gaal is voorlopig genoeg voor de gemiddelde Noor. Al deze kleine ergernissen verdwijnen als sneeuw tijdens een regenbui als ik met de honden op pad ben, dat doe ik nu twee keer per week. Van de week ben ik s’avond’s alleen in het donker op pad gegaan, ja, ik moest bij de tweede bult nadat ik het riviertje gepasseerd was links afslaan en dan zou ik weer op het pad komen, nooit geen riviertje te zien natuurlijk nu alles wit is dus op een gegeven moment heb ik de boel maar omgekeerd. Probeer dan maar is 10 honden aan een touwtje op een pad tussen de bomen te keren. Ik het sneeuw anker eruit en naar de voorste hond gelopen om ze zo te begeleiden de andere kant op, ze snapten er niks van, je zag ze denken “waarom gaan we nou niet verder,, maar ik wist dat het pad verderop alleen maar moeilijker wordt, het was al lastig met vijf honden en nu heb ik er tien bij me en dat gaat een stukje sneller. Afijn ik had ze omgekeerd en nu gingen we du op een smal kronkelig paadje terug, naar beneden…En daar lag ik dus, kon nog net de slee vast houden zodat de honden er niet vandoor gingen, sto sto riep ik en ze stopten, voor de zekerheid maar een lijn aan een boompje vast geknoopt want ik moest mijn ballast ophalen dat dertig meter eerder uit de slee was gedonderd. Kom ik terug, hadden de twee voorste honden besloten om een kijkje te nemen wat ik aan het doen was met als gevolg dat er zo’n vijf honden in de knoop zaten. Een puzzel dus maar gelukkig hebben de honden geleerd om rustig te blijven als je ze uit de knoop haalt anders breken ze zo wat als de touwen om hun poten zitten. Maar het is niet makkelijk, de slee staat vast aan een boompje, die al aardige tekenen van ontworteling begon te vertonen, en de voorste honden willen gaan, mensen met honden weten hoe graag honden uit willen, hou ze dan maar is tegen, voor rede zijn ze dan niet vatbaar. Maar ja ik heb het gered en het berkenboompje ook en boven op de rem staande ben ik weer thuis gekomen, voor het volgende rondje. Een training duurt nu ongeveer twee en een half uur maar later in het seizoen kan het zomaar zes uur duren. Maar het is leuk om te doen en ik kan nu al aardig sturen met het sleetje zodat ik meer tijd heb om op de honden te letten. Je moet namelijk goed op de conditie letten van de honden, hoe ze lopen, zijn ze geblesseerd ook mogen ze niet plassen om te markeren, geen seks tijdens het werk. Zo zijn er wel meer dingen waar je op moet letten. Ivar heeft mij geleerd hoe ik bij een hond kan controleren of hij overbelaste of verrekte spieren heeft, ik mag zijn slee slopen maar de honden is hij heel zuinig op. Nu ben ik bezig om de namen te leren en welke honden kunnen leiden, welke lui zijn of graag links of rechts loopt enzovoort. Al met al komt er heel wat bij kijken maar ik heb er weer een hobby bij en deze ervaring kan ik goed gebruiken voor mijn toekomst hier in Het hoge Noorden. Ik heb op mijn werk al wat rond gevraagd over het een en het ander, het is bijvoorbeeld geen punt om op een andere manier extra geld te verdienen of daar voor onbetaald vrij te krijgen. Mijn eigen chef wil graag een halfjaar in het buitenland gaan werken en dat is gewoon mogelijk. Ik wil al jaren iets met toeristen gaan doen om daarmee ooit in een deel van mijn broodwinning te gaan voorzien. Ik kan in de toekomst in de vakanties alvast gaan oefenen en dan is het dus mooi dat ik nu met die honden bezig ben en de omgeving leer kennen. Mijn bootje komt er waarschijnlijk ook aan, er is toestemming van de overheid om hem over te nemen, nu nog even kijken of het een goede boot is en dan heb ik zomaar voor niks een ex vissersboot, waar toeristen ook op mee kunnen, het moet tenslotte een boot blijven die het nageslacht en de toeristen laat zien hoe een Noorse vissersboot er uit ziet. De mensen hier, net zoals in Nederland, zeggen allemaal wel dat een grote boot een hoop tijd en geld kost maar meestal zijn dat mensen met een gezinnetje (kost ook veel tijd en geld) en dus niet echt avontuurlijk ingesteld, gesetteld als ze zijn met de meeste schaapjes al op het droge. De mensen die mij kennen weten dat ik doodsbang ben voor schaapjes en het droge. De toekomst ligt dus open voor mij hier in Noorwegen en hoewel het hier zijn mij niet fundamenteel anders zal laten denken en voelen, wat ik ook niet verwachte, kan ik wel concluderen dat ik mij liever hier in deze mooie omgeving afzet en druk maak op van alles en nog wat dan in het voor mij uitzichtloze (letterlijk en figuurlijk) Holland. Zo zie je maar wat zo’n Noorse maurknuller in mij teweeg brengt, nu ik er zo over denk ook wel weer iets positiefs, ik laat jullie even weten hoe ik mij hier voel, zoals mijn grote vriend al zij ,,er is geen goed en kwaad”. Zo nu ga ik een chocolade cake bakken en dit op mijn site zetten en is kijken hoe het in Nederland is volgens het internet.

dinsdag 14 november 2006

De Lynx

De lynx is één van de dieren die ik hier in het wild kan tegen komen, als ik geluk heb. Ze laten zich niet makkelijk zien maar er is mij verteld dat ze hier in de buurt rondlopen.

De lynx heeft karakteristieke bakkebaarden, gepluimde oren en een kort staartje. Hij staat hoog op de poten. De vacht van de lynx is in de zomer geelbruin. 's Winters is de vacht bleker en dikker. Verspreid over zijn lichaam liggen enkele kleine, bleke vlekken. Vooral de ledematen zijn duidelijk gevlekt. De staart is kort met een zwart puntje. Lynxen zijn goed tegen kou bestand, dankzij de dichte vacht en de haarkussens aan hun voeten. De gepluimde oorschelpen zijn uiterst nuttig voor het opvangen van zelfs de zwakste geluiden. Ze hebben als het ware de functie van antennes.De kop-romplengte ligt bij een volwassen lynx tussen de 80 en 130 cm, de schouderhoogte tussen de 60 en de 75 cm, gemiddeld 65 cm. Het staartje wordt 11 tot 25 centimeter lang. Lynxen wegen 18 tot 25, soms tot 38 kg. Het dier leeft territoriaal. De mannetjes hebben aparte territoria die overlappen met die van de eveneens solitair levende wijfjes. Als hol wordt meestal een rotshol gebruikt, maar ook een dassenburcht of dicht struikgewas wordt gebruikt. De omvang van een territorium is ongeveer 10.000 hectare. Lynxen jagen voornamelijk in de schemering. Het zijn geen opportunisten; ze jagen voornamelijk op hazen, reeën en gemzen. Ook knaagdieren, jonge hoefdieren en hoendervogels als patrijs, korhoen en sneeuwhoen worden gegrepen. Een enkele keer worden ook grotere hertensoorten gedood. De meeste dieren, waaronder hazen worden vanuit struiken beslopen. Een groter prooidier als een ree wordt vaak vanuit een hinderlaagboom 'geslagen', waarna het dier in de keel wordt gegrepen. De lynx eet gemiddeld één kilogram per dag.
Een lynx is voortdurend bezig met de evaluatie van zijn territorium op basis van prooidier-activiteit. Bekend is dat lynxen wildwissels voortdurend op recente betreding inspecteren. Het is overigens niet waar dat lynxen enkel zieke en zwakkere dieren aanvallen. De paartijd loopt van januari tot maart, waarna na een draagtijd van ongeveer 74 dagen de jongen in mei of juni worden geboren. De lynx krijgt per worp tussen de één en de vijf, meestal twee à drie jongen. De oogjes gaan na 16 à 17 dagen open. De zoogtijd duurt twee tot vijf maanden. Ze verlaten het nest voor het eerst na 4 maanden. Ze blijven ongeveer 12 maanden bij de moeder. Het mannetje helpt de eerste twee maanden mee met de zorg, door voedsel voor de moeder te brengen. Een mannetje is na ongeveer 30 maanden geslachtsrijp, een vrouwtje na 22 maanden. Het wordt maximaal 20 jaar oud, ongeveer 15 jaar in het wild en 17 jaar in gevangenschap. De Euraziatische lynx komt voor in de wouden van Europa en Noord- & Centraal-Azië, van het Himalayagebergte tot Siberië. Hij heeft een voorkeur voor volwassen, dichtbegroeide naaldwouden en gemengde bossen, met veel bomen en een dichte ondergroei. Ook komt hij voor in steile rotsgebergten tot 1000 meter hoogte. Een enkele keer worden ze tot op 2000 meter hoogte aangetroffen. De lynx kwam voorheen voor in het grootste gedeelte van Europa, van Centraal-Frankrijk en de Pyreneeën tot de Balkan. Het dier is in Europa in veel streken uitgeroeid, omdat hij schade zou aanrichten aan de wildstand en vee. Daar waar hij nog aangetroffen wordt, is het een beschermd dier. Op sommige plaatsen neemt zijn aantal zelfs weer toe, zoals nu in delen van Europa. Redelijk recent is de soort geherintroduceerd in de Alpen van Frankrijk en Zwitserland, de Jura, de Vogezen en de Harz. In Oost-Europa zijn ze nooit uitgeroeid geweest. In 1960 was de soort verdwenen uit West-Europa, maar nu zijn ze in de meeste landen weer aanwezig. (Van Wikipidia gehaald.)

zondag 12 november 2006

De sneeuw in

Ik heb weer een leuk weekeind gehad, vrijdagavond ben ik naar een optreden geweest van een lokale komiek en allround kunstenaar die samen met een gitarist en hoboïst optrad. Hun speelden barok achtige muziek, altijd mooi om live te horen en hij tekende dan iets op een overheadprojector en tussen de muziek door vertelde hij grappen. Ik snapte er maar twee of drie maar de rest lachte hard dus het zal wel grappig zijn geweest. Een van mijn collega’s zij dat hij ook op tv heeft opgetreden en dat hij ooit kort in de gevangenis heeft gezeten omdat hij tijdens de uitzending van de trouwerij van de konig, of zoiets, de stekker uit de tv zender trok en de tv landelijk even op zwart gingen. Hij schijnt nogal controversieel te zijn, ik ga zijn atelier in Narvik bezoeken, als ik hem belde dan kon ik langs komen. Daarna hebben we gezellig na gezeten, het was in het bootmuseum dus de meeste van mijn collega’s waren er. De dag erna ben ik weer met Bjørn naar Harstad geweest, mijn eerste loon moest uit gegeven worden vandaar en hier in Gratangen raak je, je geld aan de straat stenen niet kwijt. Naast wat huishoudelijke benodigdheden heb ik vooral spullen gekocht voor de trektochten die ik wil gaan maken en wollen sokken en handschoenen en andere dingen om mij warm te houden. In Harstad hebben ze een tweedehands winkel annex dumpzaak en daar heb ik allemaal militaire spullen gehaald. Ik heb ook sneeuwschoenen gehaald, van die tennisrackets zeg maar, ook ex leger. Van Ivar heb ik brede langlauf ski’s geleend, nu nog een paar schoenen die er op passen en ik ben er klaar voor. Volgend weekeind wil ik mijn eerste tocht maken in de sneeuw.






Ik kan hier mooi in de buurt blijven om alles uit te proberen maar echt koud is het nog niet maar ik zie mij nu al zitten ergens op een mooie plek met een vuurtje waar mijn pannetje bovenhangt en lekker naar de sterren te kijkend. Ja hier heb ik al jaren van gedroomd en nu kan ik het wekelijks gaan doen. Vandaag ben ik weer met de honden op pad geweest, eerst met vijf honden en ik alleen op een slee en Ivar ook met vijf honden voor zijn slee. Met maar vijf honden is het hard werken, vooral als je de berg steil opgaat, buiten adem en met piepende longen kwam ik boven. Dat rennen de berg op ben ik niet echt gewend en met roken moet ik ook maar stoppen, het laatste pakje is bijna op maar ik rook al bijna niks meer. We hebben een behoorlijk lange tocht gemaakt, Ivar legde mij uit dat hij iedere keer het spoor dat hij maakt wat langer maakt, de honden worden namelijk getraind voor een wedstrijd in maart waarbij hij 500 kilometer moet afleggen. Vandaag zijn we een meer verderop in de bergen opgegaan, over het ijs gaat het mooi hard. We zijn zo’n twee en een half uur op pad geweest. Daarna lekker wat gegeten, ze’n vriendin had een soort van zachte wafels gemaakt, heb ik al eerder gehad hier in Noorwegen, zal wel gebruikelijk zijn. Na een gezellige middag ben ik aan het eind daarvan alleen op pad gestuurd met acht honden, wel spannend maar er kan niet zoveel mis gaan. Ivar had mij een bepaald punt aangewezen waar ik kon draaien met de honden en toen ik bijna in de buurt was van dat punt keek ik goed om me heen en net toen ik het zag en venstre wilde roepen sloeg de eerste hond al af, hij dacht waarschijnlijk ‘dit is het tweede ritje en die amateur weet niet wat hij doet dus laat ik maar hier afslaan` die honden zijn niet dom. Als ik bevoordeeld een paar kilometer van zijn huis van de slee zou af vallen dan lopen ze zo naar huis en als je niks zegt dan lopen ze hun eigen rondje. Zijn vriendin vertelde dat ze een van de eerste keer alleen met de honden op pad ging ze kon schreeuwen wat ze wilde maar de honden liepen gewoon hun eigen rondje en stopten pas toen ze thuis waren. Het zal iets overdreven zijn maar echt moeilijk is het niet, het moeilijkste is nog om op het sleetje te blijven staan in scherpe bochten, sowieso is het sturen niet makkelijk, de theorie wel maar in de praktijk valt het nog wel tegen. Ik ben er één keer afgestuiterd, ikke sto sto roepen maar nee hoor, gelukkig bleef de slee steken en ze stopten als ze maar de lichtste weerstand voelen buiten dat van de slee die ze moeten trekken dan stoppen ze. Het was weer een mooi avontuur in ieder geval en ik ben geslaagd zeg maar. Vanaf deze week ga ik ze zo’n twee keer per week uitlaten zodat hij wat meer tijd voor zijn zoontje heeft en ik een nieuwe hobby. Dus over een jaartje kan ik behoorlijk met de honden, en niet te vergeten de slee, omgaan en dat vind ik wel gaaf. Ik mag zijn honden dan ook lenen om tochten te maken als tegenprestatie van hem. En nu ga ik lekker slapen en dromen.

donderdag 9 november 2006