ffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffff
fffffffffffffffffffffffffffffffffffffff
fffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffff
fffffffffffffffffffffffffff
fffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffff
fffffffffffffffffffffffffffffffff
ffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffff
fffffffffffffffffffffffffffffffffffffffff
ffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffff
fffffffffffffffffffffffffffffffffffffff
ffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffff
ffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffff

dinsdag 14 november 2006

De Lynx

De lynx is één van de dieren die ik hier in het wild kan tegen komen, als ik geluk heb. Ze laten zich niet makkelijk zien maar er is mij verteld dat ze hier in de buurt rondlopen.

De lynx heeft karakteristieke bakkebaarden, gepluimde oren en een kort staartje. Hij staat hoog op de poten. De vacht van de lynx is in de zomer geelbruin. 's Winters is de vacht bleker en dikker. Verspreid over zijn lichaam liggen enkele kleine, bleke vlekken. Vooral de ledematen zijn duidelijk gevlekt. De staart is kort met een zwart puntje. Lynxen zijn goed tegen kou bestand, dankzij de dichte vacht en de haarkussens aan hun voeten. De gepluimde oorschelpen zijn uiterst nuttig voor het opvangen van zelfs de zwakste geluiden. Ze hebben als het ware de functie van antennes.De kop-romplengte ligt bij een volwassen lynx tussen de 80 en 130 cm, de schouderhoogte tussen de 60 en de 75 cm, gemiddeld 65 cm. Het staartje wordt 11 tot 25 centimeter lang. Lynxen wegen 18 tot 25, soms tot 38 kg. Het dier leeft territoriaal. De mannetjes hebben aparte territoria die overlappen met die van de eveneens solitair levende wijfjes. Als hol wordt meestal een rotshol gebruikt, maar ook een dassenburcht of dicht struikgewas wordt gebruikt. De omvang van een territorium is ongeveer 10.000 hectare. Lynxen jagen voornamelijk in de schemering. Het zijn geen opportunisten; ze jagen voornamelijk op hazen, reeën en gemzen. Ook knaagdieren, jonge hoefdieren en hoendervogels als patrijs, korhoen en sneeuwhoen worden gegrepen. Een enkele keer worden ook grotere hertensoorten gedood. De meeste dieren, waaronder hazen worden vanuit struiken beslopen. Een groter prooidier als een ree wordt vaak vanuit een hinderlaagboom 'geslagen', waarna het dier in de keel wordt gegrepen. De lynx eet gemiddeld één kilogram per dag.
Een lynx is voortdurend bezig met de evaluatie van zijn territorium op basis van prooidier-activiteit. Bekend is dat lynxen wildwissels voortdurend op recente betreding inspecteren. Het is overigens niet waar dat lynxen enkel zieke en zwakkere dieren aanvallen. De paartijd loopt van januari tot maart, waarna na een draagtijd van ongeveer 74 dagen de jongen in mei of juni worden geboren. De lynx krijgt per worp tussen de één en de vijf, meestal twee à drie jongen. De oogjes gaan na 16 à 17 dagen open. De zoogtijd duurt twee tot vijf maanden. Ze verlaten het nest voor het eerst na 4 maanden. Ze blijven ongeveer 12 maanden bij de moeder. Het mannetje helpt de eerste twee maanden mee met de zorg, door voedsel voor de moeder te brengen. Een mannetje is na ongeveer 30 maanden geslachtsrijp, een vrouwtje na 22 maanden. Het wordt maximaal 20 jaar oud, ongeveer 15 jaar in het wild en 17 jaar in gevangenschap. De Euraziatische lynx komt voor in de wouden van Europa en Noord- & Centraal-Azië, van het Himalayagebergte tot Siberië. Hij heeft een voorkeur voor volwassen, dichtbegroeide naaldwouden en gemengde bossen, met veel bomen en een dichte ondergroei. Ook komt hij voor in steile rotsgebergten tot 1000 meter hoogte. Een enkele keer worden ze tot op 2000 meter hoogte aangetroffen. De lynx kwam voorheen voor in het grootste gedeelte van Europa, van Centraal-Frankrijk en de Pyreneeën tot de Balkan. Het dier is in Europa in veel streken uitgeroeid, omdat hij schade zou aanrichten aan de wildstand en vee. Daar waar hij nog aangetroffen wordt, is het een beschermd dier. Op sommige plaatsen neemt zijn aantal zelfs weer toe, zoals nu in delen van Europa. Redelijk recent is de soort geherintroduceerd in de Alpen van Frankrijk en Zwitserland, de Jura, de Vogezen en de Harz. In Oost-Europa zijn ze nooit uitgeroeid geweest. In 1960 was de soort verdwenen uit West-Europa, maar nu zijn ze in de meeste landen weer aanwezig. (Van Wikipidia gehaald.)